donderdag 2 september 2010

Vittorio Simoni

Stedelijk Modemuseum Hasselt


Opdrachtgever: Stad Hasselt
Ligging: Gasthuisstraat 11
              3500 Hasselt
Datum ontwerp: 1994
Datum uitvoering: 1995     
                              

Het Modemuseum is ondergebracht in de twee resterende evenwijdige vleugels van het 17de – eeuwse gasthuis en klooster van de Grauwzusters dat tussen de Hasseltse kleine ring en de Gasthuisstraat ligt. De ingang ligt niet aan de ring – een drukke verkeersweg met aan de overzijde een parking, enkele discotheken en winkelloodsen aan de zogenaamde Kanaalkom.
De Gasthuisstraat maakt daarentegen deel uit van een parallelle ring ‘intra muros’, waarlangs overigens vele andere Hasseltse musea liggen. De vleugel aan deze zijde was zwaar gehavend uit de 2e wereldoorlog gekomen. Simoni laat de bestaande openingen – ook de vroegere ingangsdeur – intact, maar ontwerpt nieuwe raamkozijnen. Hij maakt 2 nieuwe inkompartijen, telkens geaccentueerd door verticale snedes in de gevel: één snede voor de dienstingang, twee voor de hoofdingang in het stuk dat kort na de oorlog herbouwd werd. De twee smalle verticale sleuven markeren een 7 meter hoog voorportaal, een inpandige buitenruimte waar groepen zich kunnen verzamelen – buiten is er enkel een smalle stoep – en waar de bezoekers onmiddellijk een idee krijgen van de aard van het museum: links de etalage van de museumwinkel, rechts een vitrine met enkele stukken uit de collectie. Bij het binnenkomen maakt de bezoeker een zigzag beweging die in de ‘M’ van het museumlogo is weergegeven. Op deze wijze wordt het parcours verlengd en lijkt het inkomgebied groter dan dat het is. Van de inkomdeur wordt de bezoeker twee keer terug naar de voorgevel geleid: eerst naar de balie, vervolgens naar de vestiaire. Pas dan krijgt hij toegang tot het atrium waarop hij intussen door de oude raamopeningen reeds een blik heeft kunnen werpen. De glazen overkapping van de binnenplaats steunt op een los geplaatste structuur die bekleed werd met geperforeerde metaalplaten. Als de avond valt verschijnt de oude gevel door de perforaties heen, overdag lijkt de wand vanuit het atrium gesloten, maar biedt dan weer wisselende zichten vanuit de rondgand.
Om de eerste tentoonstellingszaal te bereiken steekt de bezoeker de binnenplaats over. Op zijn weg zal hij steeds weer het atrium kruisen en letterlijk een rondgang maken in het voormalige klooster. Het verkeer in het museum is zo opgevat dat er opnieuw een pandgang ontstaat: op de verdieping zijn beide vleugels door middel van twee loopbruggen met elkaar vebonden.


































Vittorio Simoni

Geen opmerkingen:

Een reactie posten